Wanneer middels onderzoek is vastgesteld dat je slaapapneu hebt en in welke vorm, zal de arts de behandeling bepalen. Tijdens een uitgebreid slaaponderzoek in een slaapcentrum wordt een groot aantal metingen verricht, waaronder de luchtstroom door je neus en mond, maar ook de borst- en buikbewegingen en spieractiviteiten.
Er wordt gemeten op je hartritme, je hersenactiviteit, je oogbewegingen en de zuurstof in je bloed. Ook je ligging en de wijzigingen in je ligging worden geregistreerd. Vervolgens kan uit de analyse van de metingen door de neuroloog, de KNO-arts en de longarts, worden vastgesteld wat de beste behandeling zal zijn.
Algemene oplossingen
Als je te zwaar bent zal er altijd een dieet worden voorgesteld om daarmee de hoeveelheid vetweefsel in je keel te verminderen. Daardoor neemt de kans op het afsluiten van je keel af. Je zult waarschijnlijk het advies krijgen om minimaal 2 uur voor het slapen gaan geen alcoholische dranken te drinken en de hoeveelheid alcohol te verminderen.
Je zult horen dat je geen slaap- of kalmeringsmiddelen moet nemen. Als je rookt, zal geadviseerd worden te stoppen, maar in ieder geval ruim voor het slapen gaan niet meer te roken.
Behandelingen slaapapneu
Typische behandelingen voor slaapapneu zijn:
Behandeling met het neusmasker CPAP
Een veelgebruikte methode is de neuskap, ookwel CPAP genoemd. Dit is de afkorting van Continuous Positive Airway Pressure. Er wordt daarmee continu een positieve druk via de neus geregeld. Je draagt een masker over je neus, die met een slang is verbonden met een kleine compressor

De compressor dient continu lucht toe, waardoor er overdruk in de keelholte ontstaat, waardoor vernauwing wordt vermeden. Het is een effectieve methode en werkt bij veel mensen. Er is in het begin een gewenningsperiode nodig, ook voor je partner. Er is nog een variant op de CPAP, die kan een variabele druk de keel in blazen, mocht er toch afsluiting in je keel dreigen. De effectiviteit van dit apparaat is discutabel.
Behandeling met het neusmasker BiPAP
Dit is een speciale variant van de CPAP. Naast dat het apparaat lucht in je keelholte blaast, wordt ook actief lucht uit je keelholte terug gezogen. Hierdoor wordt je ademhaling als het ware begeleid. BiPAP staat voor Bilevel Positive Airway Pressure.
Behandeling met een MRA
Als je lichte of matige slaapapneu hebt, kan een mondapparaatje afdoende zijn. Dit apparaatje heet MRA (Mandibulair Repositie Apparaat). Het wordt over de tanden geschoven en houdt je onderkaak naar voren. Hierdoor kan je tong niet zo ver naar achteren zakken en hierdoor wordt snurken voorkomen.
Mensen met een kunstgebit kunnen helaas geen gebruik maken van de MRA. Het is een soort prothese. Er wordt een bitje gemaakt van de boven- en onderkaak en de bitjes zijn met elkaar verbonden met staafjes. Het bitje moet iedere nacht gedragen worden. Het komt bij sommige mensen voor dat ze zo’n MRA bitje niet kunt verdragen.
Chirurgische Ingreep
Als de neuskap of MRA niet werkt of wanneer het niet lukt te slapen met de neuskap kunnen verschillende operaties worden uitgevoerd. De arts bepaalt de beste ingreep. Hieronder staan enkele voorkomende ingrepen.
Wegnemen van weefsel Uvulo-palato-pharyngo-plastiek (UPPP)
Er zijn diverse nadelen aan deze operaties verbonden en het kan gebeuren dat na enkele jaren het snurken en daarmee de apneu terugkomt.
De nadelen deze behandeling:
Als dit niet overgaat is vaak een extra operatie nodig om het zachte gehemelte langer te maken.
Gecontroleerde littekenvorming (Somnoplastiek)
Bij deze ingreep wordt de huig of het achterste van je tong verhard door er op diverse plaatsen in te prikken met een speciale naald. Met hoogfrequente radiogolven wordt de punt van een speciale naald verhit, waardoor er littekenweefsel ontstaat. Dit wordt ook wel gecontroleerde littekenvorming genoemd.
De behandeling moet in ieder geval twee maal worden uitgevoerd. Na enkele jaren zal het snurken (cq de apneu) bij één op de drie mensen terugkeren. Wat de effecten op de langere termijn zijn, is op dit moment nog niet bekend, maar voor de korte en middellange termijn is het effectief. De ingreep duurt kort en je geneest er snel van.
Een nadeel van deze methode is dat in een enkel geval na de behandeling een gat in het gehemelte ontstaat. Meestal groeit dat weer dicht. Als dat niet gebeurt, is een kleine extra ingreep noodzakelijk.